Ajzens ‘Theory of Planned Behavior’ (TPB) wordt wereldwijd gebruikt in onderzoek naar gedrag en verandering. Hij was als psycholoog betrokken bij uiteenlopend praktijkgericht onderzoek. Ajzen laat met zijn Theorie van Gepland gedrag zien dat de intentie om bepaald gedrag uit te voeren, direct samenhangt met het gedrag dat werkelijk vertoond wordt.
Hij stelt dat bewust menselijk gedrag gestuurd wordt door drie soorten overwegingen en hij formuleert deze in zijn theorie tot drie groepen factoren:
1. Attitude
Onze overtuigingen over de gevolgen van specifiek gedrag (waar dit gedrag toe leidt).
2. Subjectieve norm
Onze overtuigingen over de mening van belangrijke anderen over gedrag (wat anderen van dit gedrag vinden).
3. Waargenomen gedragscontrole
Onze overtuigingen over de vraag of we in staat zijn om het (nieuwe) gedrag in de praktijk te vertonen (de vraag of we dit ook echt kunnen doen)
Deze drie factoren leiden tot een gedragsintentie: een voornemen tot specifiek gedrag. Een andere factor is ‘Actual Behavioral Control’: de werkelijke vaardigheid en mogelijkheid om specifiek gedrag te vertonen. Een voorbeeld: als we een nieuwe benadering van klanten bedenken, zullen medewerkers zich afvragen:
1. Wat levert dit gedrag op?
2. Wat vinden mijn collega’s van dit gedrag?
3. Kan ik dit gedrag uitvoeren? Hun overtuigingen en inschattingen op deze drie gebieden hebben een sterke invloed op hun intentie om het gedrag ook echt uit te voeren.
Ajzens benadering is erop gericht om gewenst gedrag te omschrijven, te onderzoeken hoe de TPB-factoren hierop van invloed zijn en dan de interventie te richten op één of meer van deze factoren.
Bron: mt.nl